Afgelopen zomer is de wet kwaliteitsborging voor het bouwen behandeld door de Eerste Kamer. De beoogde stemming over het wetsvoorstel door de Eerste Kamer op 11 juli 2017 is echter uitgesteld toen er geen meerderheid voor het wetsvoorstel bleek te zijn. De toekomst van het wetsvoorstel is nu onduidelijk.
Van verschillende partijen uit het werkveld was al veel kritiek gekomen op de uitvoerbaarheid van het wetsvoorstel. In een eerder artikel werd al benoemd dat pilots problemen aan het licht brachten, zoals ondermaatse kwaliteitscontroles en gebreken aan bouwwerken. In een enkel geval moest de bouw worden stilgelegd. Vanuit Bouwend Nederland was er veel bezwaar tegen de aansprakelijkheid van aannemers, met name als zij met professionele opdrachtgevers te maken hebben. Voorts wordt de vraag gesteld of kwaliteitsborgers wel voldoende afhankelijk zijn.
In de Eerste Kamer bleek er bezwaar te zijn tegen de gevolgen van enkele amendementen die door de Tweede Kamer waren aangenomen. Zo zou de waarschuwingsplicht voor aannemers in geval van potentiele gebreken moeten worden verlicht en de aangescherpte aansprakelijkheid van aannemers worden beperkt indien zij met professionele opdrachtgevers te maken hebben. Daarnaast moest er meer duidelijkheid komen over de bevoegdheden van gemeentes in het kader van toezicht en handhaving.
Naar verwachting zal het nieuwe kabinet het wetsvoorstel aanpassen en een gewijzigd wetsvoorstel voorleggen aan de Tweede Kamer. Dat betekent dat de beoogde ingangsdatum van het wetsvoorstel, 1 januari 2018, zeker niet zal worden gehaald. Voormalig minister Plasterk zegde toe dat de wet op zijn vroegst op 1 januari 2019 wordt ingevoerd, maar ook die datum lijkt uiterst onzeker.
Thema's:
Bouw en vastgoed en Bouwen
Auteurs:
mr. Wim Bulthuis, mr. Rudolf Knegtering en mr. Dirk-Jan Westra
Advocaat
Advocaat
Advocaat
Advocaat
Advocaat
Advocaat
Advocaat
Advocaat
Advocaat
Advocaat
Advocaat
Advocaat
Advocaat
Juridisch medewerker