Van wie is de Crompouce?

De krantenkoppen staan er de afgelopen dagen vol mee: “bedenker van de populaire crompouce zet advocaat in en wil geld zien van na-apers” – Algemeen Dagblad en “Utrechtse Ulrika maakte crompouce als eerste en sleept nu andere verkopers voor de rechter” – De Utrechtse Internet Courant. De eigenaresse van Bammetje Bakery, Ulrika Menig, stelt de bedenker te zijn van de populaire Crompouce. Ulrika heeft niet alleen het culinaire succes van haar creatie gevierd, maar heeft ook proactief gehandeld om haar merk te beschermen door de benaming "Crompouce" te registreren in het Benelux merkenregister. In dit artikel zal ik ingaan op de inschrijving en de eventuele geldigheid daarvan.

Inschrijving in het Benelux merkenregister

Om aanspraak te kunnen maken op merkenrecht en dus actie tot bescherming, is het cruciaal dat het merk officieel is geregistreerd in het merkenregister. In het geval van Ulrika Menig is aan dit vereiste voldaan. De door Menig ingeschreven benaming "Crompouce" is toegankelijk via de volgende website: https://www.boip.int/nl/merkenregister?app=%2Fitem%2Fbx1423552&query=crompouce.

Uit de merkregistratie blijkt dat het hier om een woordmerk gaat en dat het specifiek is ingeschreven voor bakkerijproducten. De inschrijving zou Menig in staat kunnen stellen om juridische stappen te ondernemen tegen eventuele concurrenten die vergelijkbare benamingen zouden gebruiken voor soortgelijke producten. Deze registratie kan fungeren als een juridisch schild, waardoor Menig de exclusieve rechten heeft om de term Crompouce te gebruiken en te commercialiseren binnen het gespecificeerde domein van bakkerijproducten.

Echter, niet elk persoon die een merk heeft laten registreren, heeft automatisch het recht om op te treden tegen anderen die een vergelijkbare benaming voor een soortgelijk product gebruiken. De geldigheid van de registratie moet namelijk ook beoordeeld worden.

Geldigheid
De geldigheid van de merkregistratie is afhankelijk van verschillende factoren, waaronder de het onderscheidend vermogen van de benaming, verworden tot soortnaam en eerdere bedenkers. 

Onderscheidend vermogen
Voor een geldige registratie is het van belang dat het merk onderscheidend vermogen bezit. Dit betekent simpelweg dat het merk moet helpen om de producten waarvoor het is geregistreerd, te herkennen als afkomstig van een specifiek bedrijf, zodat ze duidelijk te onderscheiden zijn van vergelijkbare producten van andere bedrijven. Een merk mag daarom niet louter beschrijvend zijn voor het product. Een veelvoorkomend voorbeeld is dat je het merk "Apple" niet kunt registreren voor appels of fruit, maar wel voor elektronica.

In het geval van de Crompouce, een samenstelling van "CROssaint" en "toMPOUCE," rijst de vraag of de benaming beschrijvend is voor de croissant gevuld met banketbakkersroom en een roze glazuurlaag. Het is een punt van overweging of de term Crompouce voldoende onderscheidend vermogen heeft om de specifieke herkomst van dit gebak te identificeren en te onderscheiden van vergelijkbare producten op de markt.

Verworden tot soortnaam
Wanneer een merk een dermate algemene bekendheid en populariteit verwerft dat het merk verandert in een soortnaam, ontstaat het risico van vervallenverklaring. In dit scenario is het merk niet langer slechts een registratie, maar eerder een gangbare benaming geworden voor de specifieke goederen waarvoor het oorspronkelijk is geregistreerd. Het gevolg hiervan kan zijn dat het merk zijn beschermde status verliest en als vervallen wordt verklaard. Een voorwaarde hiervoor is echter dat deze verandering tot soortnaam te wijten is aan de handelingen of nalatigheden van de merkhouder, bijvoorbeeld door het niet optreden tegen het gebruik.

Opvallend is dat Menig nu actie onderneemt tegen mogelijke inbreuk op haar merkenrecht met betrekking tot de Crompouce. Ondanks dat de Crompouce-rage al in oktober 2023 begon, heeft Menig pas anderhalve maand later ingegrepen. Deze tijdsvertraging roept vragen op over de redenen achter dit uitstel en kan mogelijk gevolgen hebben voor de handhaving van het merkenrecht in deze situatie.

Eerdere bedenkers
Bakker Jan de Leeuw reageert op het nieuws met dat het gebakje helemaal niet zo nieuw is. Hij stelt dat het gebakje werd bedacht door de toenmalige bakker Kees Muilwijk en dat de crompouce een voorzetting is van iets wat al bestond. Bakkers die stellen dat zij het gebakje al voor 2020 verkochten onder de benaming Crompouce kunnen zich beroepen op voorgebruik. Voorgebruik houdt in dat een merk wordt verplicht te tolereren dat een derde een teken dat overeenstemt, mag gebruiken voor dezelfde waren als waarvoor het merk is ingeschreven, omdat vaststaat dat dit teken is gebruikt voordat het merk werd gedeponeerd en het gebruik ervan voor dezelfde waren te goeder trouw is.

Ook kunnen de bakkers die beweren de bedenker te zijn, de inschrijving van Menig bij de rechter of het merkenbureau nietig laten verklaren wegens depot te kwader trouw. De bakkers zullen dan moeten aantonen dat Menig wist of behoorde te weten dat andere bakkers voor haar inschrijving ook de benaming Crompouce voor de gebakjes gebruikten. Het bepalen van kennis van voorgebruik kan vaak worden afgeleid uit feitelijke omstandigheden. In het geval van de Crompouce, waar verschillende bakkers beweren de bedenker te zijn, kan de kennis van voorgebruik relevant zijn. Het is echter belangrijk op te merken dat "behoren te weten" geen al te strenge eisen stelt. Het is niet redelijk om van de Menig te verlangen dat zij alle registers doorzoekt en bakkerijen bezoekt om te controleren op eerdere namen.

Bij de huidige discussie over de Crompouce is het van belang te onthouden dat het geschil zich voornamelijk richt op de benaming en niet noodzakelijkerwijs op het gebakje zelf. Het is essentieel om de feitelijke omstandigheden en de kennis van voorgebruik zorgvuldig te onderzoeken om te bepalen of er sprake is van kwader trouw bij het deponeren van de benaming Crompouce door Menig.

Inbreuk?
In het licht van het voorgaande is het voor Menig nog geen gelopen race om juridische stappen te zetten tegen anderen die croissants met banketbakkersroom en een roze glazuurlaag verkopen onder de benaming Crompouce. Maar ook de bakkers die Crompoucen verkopen kunnen een risico lopen. Ik zal de ontwikkelingen rondom de intellectuele eigendomsrechtelijke strijd over de Crompouce dan ook nauwlettend in de gaten houden.

 

Thema: Intellectueel eigendom
Auteur: mr. Aimée Tjalma

Meer nieuws Nieuwsbrief

Actueel

  • Digitale error komt voor risico van de advocaat
    Lees meer
  • Wro of Omgevingswet bij een gewijzigd bestemmingsplan?
    Lees meer
  • Wetsvoorstel Modernisering Concurrentiebeding, doorgeschoten regeling?
    Lees meer

Meer nieuws Nieuwsbrief

Advocaten en juristen

Wim Bulthuis

Advocaat

Ivo van der Meer

Advocaat

Cynthia Grondsma

Advocaat

Dirk-Jan Westra

Advocaat

José Kemper

Advocaat

Willemijn Kuper

Advocaat

Lisa Blankestijn

Advocaat

Ayla Bosma

Advocaat

Femke de Jong

Advocaat

Aimée Tjalma

Advocaat

Gido Kalfsbeek

Juridisch medewerker

Alle advocaten en juristen

Deze website gebruikt cookies Ok