GGZ-instelling vrijgesproken van dood door schuld

Zorginstellingen kunnen (als rechtspersoon) strafrechtelijk worden vervolgd. De Rechtbank Oost-Brabant oordeelde over een GGZ-instelling, die werd verdacht van dood door schuld van een bij die instelling opgenomen patiënte. Dat er rondom de zorg van deze patiënte grove fouten zijn gemaakt, is wel gebleken. Toch wordt dat de instelling niet strafrechtelijk aangerekend, en volgt er vrijspraak.

In 2013 werd de patiënte opgenomen in de GGZ-instelling op de crisisafdeling. Zij leed aan schizofrenie en kreeg als laatste redmiddel voorgeschreven het middel clozapine. Dit medicijn kent echter ernstige bijwerkingen. De bijsluiter schrijft voor dat de patiënt die dit middel krijgt toegediend, nauwlettend moet worden gevolgd. De patiënte overlijdt een maand nadat zij is opgenomen aan een ontsteking van de hartspier nadat zij overgevoelig bleek voor clozapine. Het medisch personeel, het verpleegkundig personeel en de artsen hebben signalen genegeerd, die wezen op het ontstaan van hartfalen, en in combinatie met de toediening van het middel clozapine wordt geconstateerd dat de betrokken hulpverleners niet aan hun zorgplicht ten opzichte van deze patiënte hebben voldaan. Het zijn echter niet de artsen en het verpleegkundig personeel die zijn vervolgd, maar de instelling als rechtspersoon. Dat betekent dat de rechtbank heeft te beoordelen of de instelling als zodanig schuld heeft aan het overlijden van de patiënte. Dit zou volgens de rechtbank het geval zijn als er tussen het handelen of het nalaten van de instelling en het overlijden van de patiënte een direct verband bestaat. De instelling moet de voorwaarden scheppen voor een kwalitatief goede zorg voor haar patiënten en moet haar organisatie zo inrichten dat de professional zijn taak naar behoren kan uitoefenen. De instelling heeft volgens de rechtbank in de periode dat deze patiënte was opgenomen, hieraan voldaan. Daarom kan het nalaten en het schenden van de zorgplicht door de betrokken artsen en/of het verpleegkundig personeel niet aan de instelling worden toegerekend. Het betreft de uitspraak van de Rechtbank Oost-Brabant van 20 mei 2019 (ECLI:NL:RBOBR:2019:2829).

De conclusie kan worden getrokken dat wanneer de instelling niet had voldaan aan regelgeving, richtlijnen en protocollen rondom medicijnen, bezetting en bevoegdheden, er wel degelijk een grond was geweest om de instelling verantwoordelijk te houden wegens dood door schuld.

Thema: Zorg en welzijn
Auteur: mr. Cynthia Grondsma

Meer nieuws Nieuwsbrief

Actueel

  • Digitale error komt voor risico van de advocaat
    Lees meer
  • Wro of Omgevingswet bij een gewijzigd bestemmingsplan?
    Lees meer
  • Wetsvoorstel Modernisering Concurrentiebeding, doorgeschoten regeling?
    Lees meer

Meer nieuws Nieuwsbrief

Advocaten en juristen

Wim Bulthuis

Advocaat

Ivo van der Meer

Advocaat

Cynthia Grondsma

Advocaat

Dirk-Jan Westra

Advocaat

José Kemper

Advocaat

Willemijn Kuper

Advocaat

Lisa Blankestijn

Advocaat

Ayla Bosma

Advocaat

Femke de Jong

Advocaat

Aimée Tjalma

Advocaat

Gido Kalfsbeek

Juridisch medewerker

Alle advocaten en juristen

Deze website gebruikt cookies Ok