Onlangs oordeelde de rechtbank in Leeuwarden dat een overeenkomst betreffende het verrichten van constructeurswerkzaamheden geen aannemingsovereenkomst betreft, maar een overeenkomst van opdracht. Dat geeft echter niet de onbegrensde vrijheid aan de opdrachtnemer om meer werk te verrichten en daarvoor een (redelijke) prijs te ontvangen. De rechtbank oordeelde namelijk dat de opdrachtnemer de zorgplicht had geschonden door niet tijdig melding te maken van meer werk.
Kort gezegd was de casus als volgt. De opdrachtgever heeft een ingenieursbureau ingeschakeld voor het uitvoeren van constructieberekeningen en het maken van constructietekeningen voor een te bouwen vakantiehuisje. De overeengekomen opdrachtsom betreft € 3.700,-. Na afronding van de werkzaamheden meldde het ingenieursbureau dat veel meer werk zou zijn verricht dan overeengekomen. Er werd aan de opdrachtgever nog eens voor ruim € 23.000,- aan “meerwerk” in rekening gebracht. De opdrachtgever vond dat er geen extra werkzaamheden waren verricht en hij bovendien ook nooit was gewaarschuwd voor “meerwerk”. De opdrachtgever betaalt de factuur niet.
Vervolgens is het ingenieursbureau naar de rechtbank gegaan om betaling af te dwingen. De rechtbank vond weliswaar dat geen sprake was van aanneming van werk (waarbij vooraf melding moet worden gemaakt van meerwerk), maar wel dat het ingenieursbureau haar zorgplicht en informatieplicht had geschonden bij de uitvoering van de opdrachtovereenkomst. Zij had immers nimmer melding gemaakt van het extra werk en de extra kosten. Bovendien was de overschrijding ook zeer substantieel. De rechtbank heeft de vordering van het ingenieursbureau afgewezen.
De les die getrokken kan worden uit deze uitspraak is de volgende. Ook bij een overeenkomst van opdracht geldt voor de opdrachtnemer dat wanneer extra werk verricht moet worden het verstandig is daar vooraf melding van te maken inclusief het daaraan gekoppelde kostenplaatje. Ook worden dan discussies achteraf voorkomen of er sprake is van extra werk en/of dat het om werk gaat dat tot de basisopdracht behoort.
De uitspraak van de rechtbank is te vinden in NJF 2014, 396.
Thema's:
Bouwen, Contracten en schade, Vastgoed, Bouw en vastgoed en Ondernemen
Auteur:
mr. Dirk-Jan Westra
Advocaat
Advocaat
Advocaat
Advocaat
Advocaat
Advocaat
Advocaat
Advocaat
Advocaat
Advocaat
Advocaat
Advocaat
Advocaat
Juridisch medewerker